Voor hij De Da Vinci Code schreef, liet Dan Brown zijn messcherpe onderzoeks- en vertellersgaven los op de machtigste inlichtingendienst ter wereld: de National Security Agency, een ultrageheime miljardenoperatie - ouder, effectiever en invloedrijker dan de CIA - met als missie het breken van vijandelijke codes, tot elke prijs.
Als de krachtige NSA-supercomputer doldraait op een onbreekbare code, wordt de briljante wiskundige Susan Fletcher te hulp geroepen. Zij ontdekt dat de NSA gechanteerd wordt met een code die zo ingenieus is dat er een ramp dreigt als terroristen en criminele netwerken hem in handen krijgen.
Gevangen in een storm van geheimen en leugens vecht Fletcher om de dienst waarin ze gelooft te redden. Aan alle kanten loert verraad, en uiteindelijk blijkt er nog meer op het spel te staan dan haar werk en haar land.
Vanuit geheime ondergrondse bunkers tot in de torenhoge kathedralen van Spanje ontvouwt zich een strijd om te overleven, een gevecht om de schepping van een geniale geest: een ondoordringbaar algoritme dat de internationale verhoudingen voorgoed dreigt te verstoren.
Voor hij schrijver werd, doceerde Dan Brown Engels op Phillips Exeter Academy. Het Juvenalis Dilemma is geinspireerd op een FBI-onderzoek op de campus naar een bedreiging voor de nationale veiligheid: een e-mail van twee studenten waarin stond dat de president de kogel verdiende.